Juli 2025


Als het paard een galblaas lijkt te hebben


Wat we willen horen, of wat het paard laat zien

Je mag een gegeven paard niet in de bek kijken, zo luidt het gezegde. Maar wat als we het paard helemaal niet meer in de bek kijken — ook niet als het ons iets probeert te vertellen? In mijn praktijk kom ik steeds vaker paarden tegen die zijn behandeld met methoden die weinig met diergeneeskunde te maken hebben. Hun eigenaren vertellen oprecht over blokkades, trauma’s, ‘niet geaard zijn’ of energetische processen. Het klinkt zorgzaam, maar echte verantwoordelijkheid ontbreekt. Er wordt zelden iets onderzocht, laat staan gedocumenteerd — er wordt vooral gezegd wat past binnen het gewenste verhaal.


Het gevolg is dat het paard verdwijnt achter menselijke projectie. De zorg verschuift van het dier naar het gevoel van de eigenaar. De intentie is goed, maar zorg wordt vervangen door bevestiging; onderzoek door interpretatie. Overtuiging wint het van onderbouwing. Dit is geen uniek fenomeen. In een tijd waarin weten, denken, voelen en vinden steeds vaker door elkaar lopen, wordt deskundigheid ondermijnd door zelfvertrouwen. Wie weinig weet, overschat vaak zijn kunde. En wie niet doorheeft dat hij iets niet weet, klinkt overtuigend — zeker voor wie wíl geloven. Het is een dynamiek die zich niet beperkt tot de paardenstal: ook in de geneeskunde, de politiek en media hebben de luidste stemmen zelden de meeste inhoud. Sociale media staan bol van de meningen en visies (“influencer” is tegenwoordig kennelijk een beroep).


In de paardensector zie ik hoe alternatieve behandelaars hun 'diagnoses' presenteren met grote stelligheid. Hun verklaringen zijn zelden medisch onderbouwd, vaak een mengsel van jargon, overtuiging en geruststellende taal. Alles past — zolang je het verhaal accepteert. Sociale media versterken dit effect. Ik herinner me een behandeling waarbij werd gesproken over “energetische release” en “intergenerationeel trauma”. Het paard stond rustig. De eigenaar keek toe. Maar wat me bijbleef, was hoeveel er werd gezegd, zonder ook maar iets te meten, palperen of onderzoeken. Wat ik miste: lichamelijk onderzoek, klinisch redeneren, uitleg en ervaring. Een thermometer, anamnese, handen, ogen  en geur zeggen vaak meer dan welk duur apparaat ook — zeker meer dan een Lechner-antenne of frequentiemeter. Zulke apparaten meten niets, verklaren niets, en dragen niets bij. Toch worden ze veelvuldig ingezet. Niet omdat ze werken, wel omdat ze overtuigen. Zo sterk zelfs, dat menig “Lechner-paard” naar verluidt door het leven gaat met een zieke galblaas. Ach ja, dat het paard geen galblaas heeft, nemen we dan maar even voor lief. Kennelijk net als de rest van de feiten.


Dat is het risico: dat we échte zorg niet meer herkennen als die niet past binnen een wens of een verhaal. Of erger: dat we het paard echte zorg onthouden omdat die niet in het plaatje past. De gevolgen zijn zelden acuut, maar stapelen zich op. Klachten blijven onopgemerkt of worden weggewuifd. Fysieke oorzaken raken versluierd door symboliek. En niemand is aanspreekbaar: geen verslaglegging, geen toetsing, geen verantwoordelijkheid.


Een hardnekkig voorbeeld zie ik in gebitsbehandelingen door mensen zonder enige (veterinaire) opleiding. Gewoon omdat het kan en verkoopt. Techniek zonder kennis. Diagnostiek ontbreekt. Diergeneesmiddelen worden toegepast zonder bevoegdheid en bekwaamheid. En als het misgaat, zijn het de dierenartsen die het mogen opruimen. Tijd dat regelgeving en handhaving in beweging komen — voor het welzijn van het paard, én ter bescherming van goedgelovige eigenaren.


We zien dit alles in een samenleving waar vertrouwen in expertise afbrokkelt. Zoals ook in de psychiatrie, waar het geloof in medicijnen plaats heeft gemaakt voor kritiek op een systeem dat symptomen bestrijdt, maar men zelden écht luistert. Mensen zoeken liever een verhaal dat klopt, dan een arts die uitlegt waarom iets ingewikkeld is en veelal geen quick fixing mogelijk is. Maar het paard vraagt geen verhaaltjes. Het vraagt serieus genomen te worden, gezien te worden — niet in vage woorden, maar in zijn lichaam, gedrag en welzijn Zorg begint naar mijn mening niet bij overtuiging of geruststelling. Ze begint bij aandacht. Bij het durven zeggen: ik weet het nog niet. Bij luisteren, kijken, voelen. Niet met pretentie, maar met vakmanschap. Niets minder.


Misschien mogen we een gegeven paard dan niet in de bek kijken — maar in het belang van het paard en eigenaren,  is het de hoogste tijd dat we dat toch maar gewoon weer wél doen. Lekker old school.